VI: Dingen om voor op te passen/gevaren:Echt en verzonnen:1: mogelijkheid van verslaving:Er is geen kans op fysieke verslaving. Er is geen lichamelijke aandrang om het opnieuw te doen.
Zelden gebruiken mensen het als middel om op een negatieve manier aan de werkelijkheid te ontsnappen of als middel bij poly drugsgebruik (alles nemen wat je krijgen kan). Meestal veroorzaken andere drugs hierbij meer schade een is het fundamentele probleem psychisch van aard en is het ontsnappen/afleiden van een symptoom.
2: Versnijdingsmiddelen:Verschillende problemen worden geassocieerd met straatdrugs: de onbekende puurheid en de onbekende sterkte. Door zn extreem lage prijs en potentie is de puurheid van lsd in blotter vorm geen probleem. Het is of papier met LSD of onbehandeld papier. De puurheid van poeders, pillen en oplossingen kan niet als veilig worden beschouwd. Met rekening houden met lage sterkte tegenwoordig zijn hits (een dosis) meestal rond de 100 microgram. Je moet altijd er vanuit gaan dat het kleinste vierkantje in een sheet (blottervel) een dosis is, ookal bedekt de print meerdere vierkantjes. En er moet van uitgegaan worden dat alle vierkantjes op dezelfde manier behandeld zijn. Dosissen worden afgewogen met meerdere tegelijk.
Uit: Psychedelic chemistry van M.V. Smith, 2nd edition pg5."Er is veel bijgeloof aangaande de purificatie van psychedelische middelen. Eigenlijk zijn alle onzuiverheden die voor kunnen komen voor het grootste gedeelte een gevolg van synthetische procedures en zullen geen effect hebben op de trip. Als er 200 microgram LSD in een tablet zit, zelfs als de LSD maar 50% puur is van origine (aangenomen dat er niets anders aan toegevoegd is), zijn er veel stoffen die een dosis honderd tot duizend of meer malen groter aanwezig moeten zijn om merkbaar effect uit te oefenen na inname. Zelfs mescaline dat een vergelijkbaar psychedelisch effect heeft moet in een duizend maal grotere hoeveelheid ingenomen worden.
Opmerking:
1: Een stukje blotter vs een tablet/pil = het is onmogelijk werkzame hoeveelheden versnijdingsmiddelen toe te voegen aan een blotter.
2: versnijdingsmiddelen kosten geld, terwijl je met een stukje onbehandeld blotter ook iemand naait.
LSD zelf veroorzaakt een aantal lichamelijke reacties bij sommige mensen zoals misselijkheid, meestal mild en snel verdwijnend. Het heeft ook een speed-achtige (adrenergische stimulatie) werking, etc.
Voor mensen die niet goed ge?nformeerd zijn is het normaal dat ze angst voelen (bijvoorbeeld voor versnijdingsmiddelen) die veroorzaakt worden door onwetendheid en de huidige hysterie/propaganda omtrent LSD en andere psychedelische middelen. Dat is onder andere waarom deze FAQ er is.
Verwijzend naar strychnine: 15mg is fataal geweest, maar een meer typische fatale dosis is tegen de 50mg, een ander bericht geeft 25mg als de ld50. 1mg oraal ingenomen heeft waarschijnlijk geen merkbaar pharmacologisch effect in een volwassene. (1mg is 10 keer een effectieve dosis lsd)
Uit: handbook of poisoning, 10th ed, R.H. Dreisbach, M.D., PhD, Lange Med. Pub. Co. Los Altos, Ca.: Strychnine is dodelijk bij dosissen tussen de 15-30mg in volwassen mensen. (pure nicotine is dodelijk bij 40mg/persoon. Cyanide zouten zijn dodelijk rond de 100mg/persoon.) Strychnine veroorzaakt overlijden door het remmen/stoppen van de ademhaling.
Wat naar de mening van de schrijver een beter feit is, is dat PharmChem tussen 1972 en 1979 2000 LSD samples geanalyseerd heeft en nooit een met strychnine heeft aangetroffen. Het lijkt erop dat het percentage LSD met Strychnine erin kleiner is als 0,05% (later hierover meer).
Volgens Dr. Alexander Shulgin is het definitieve antwoord dat strychnine niet gebruikt wordt bij de synthese, geproduceerd wordt bij de synthese of een mogelijke vervuiling van LSD kan vormen bij de synthese. Een vergelijking van de beide structuren van deze middelen maakt het mogelijk snel te begrijpen dat dit zo is.
EDIT(het stuk met de informatie uit nieuwsbrieven van PharmChem uit 1973 heb ik niet verteld, de engelse versie is al vrij onsamenhangend en een vertaling zou alleen maar erger worden, er wordt in gezegt dat er tot dan toe geen strychnine is gevonden in LSD.)
verschillende lsd blotters (soms ook wel postzegels of tripjes genoemd)3: Bad trips:Iemand die tijdens de LSD trip depressief, ge?rriteerd of verward raakt kan deze gevoelens in een overweldigende mate ervaren waarbij ze zichzelf alleen maar versterken. De beste oplossing is om storende invloeden te verwijderen, en naar een veilige en comfortabele omgeving te gaan, en de tripper ervan te overtuigen dat alles goed is en het gevoel binnen niet al te lange tijd weggaat, vooral mensen die denken gek te worden.
Authoriteiten zijn erg snel met het toedienen van anti-psychotische drugs. Bijkomen in het bijzijn van authoriteiten zoals politie bureau's en ziekenhuizen is absoluut niet fijn. Verdovende middelen zoals Valium kunnen helpen paniek en angst te verminderen, maar de beste oplossing is om kalm te praten. Onthou dat rare lichamelijke gevoelens normaal zijn en niet schadelijk.
Uit: pagina 8 van Sex and Drugs: A Journey Beyond Limits van Robert Anton Wilson."Het onderscheid tussen psycholytische en psychedelische dosissen van LSD wordt gebruikt in veel onderzoeks publicaties maar wordt genegeerd door mensen die LSD proberen aan te prijzen als: De LSD utopia, of die waarschuwen voor: Het verval van het Westen. Een psycholytische dosis, meestal 75 tot 100 microgram en 200 microgram maximaal veroorzaakt een gedachtenstroom, veel vrije associatie, visuele effecten en psychologisch afreageren in de vorm van herinneringen die zo hevig zijn dat het lijkt of de gebruiker ze opnieuw beleeft. Een psychedelische dosis van rond de 500 microgram veroorzaakt tijdelijke verandering van de perceptie van jezelf en de wereld, en gewoonlijk een soort van piek-ervaring of mystische transcendatie van je ego. Bad trips komen meestal alleen voor bij psychedelische dosissen.
Opmerking: De beste bespreking van dit onderwerp is van Rick Strassman in Adverse Reactions to Psychedelic drugs: A Review of the Literature, in J. Nerv and Mental Disease_172(10):577-595. Hij schrijft:
De meest voorkomende antagonistische (afwijzende) reactie is een tijdelijke (minder dan 24 uur) episode van paniek (de bad trip). Symptomen zijn: beangstigende illusies/hallucinaties (meestal visueel/audioivisueel), overweldigende angst tot het punt van paniek, agressie met mogelijk gewelddadig gedrag, depressies met suicidale idee?n, gebaren of gedrag. Ook verwarring, en angst tot op het punt van parano?de waanidee?n.
Reacties die verlengd worden (dagen tot maanden) en die en/of opname in een ziekenhuis noodzakelijk maken wordt naar verwezen als "LSD-psychoses", en omvatten een heterogene populatie en groep van symptomen. Ookal zijn er geen vaste symptomen en regels, er zijn een aantal trends gezien bij pati?nten. Er is een neiging bij mensen met een mindere premorbide (aanpassen aan ziektes) aanpassing, een geschiedenis van psychiatrische ziektes en/of behandeling, een groter aantal blootstellingen aan psychedelische drugs (en correlatief een groter gemiddelde totale dosis over tijd verspreid), het nemen van drugs in een ongecontroleerde setting, een geschiedenis van polydrugs misbruik en zelf-therapetische en/of groepsdwang om de drugs te gebruiken, om deze consequenties te moeten doorstaan.
Ondanks een indrukwekkende maat van eerdere problemen die aangetroffen werden bij veel van deze pati?nten, zijn er incidenteel rapporten van sterke en geprolongeerde reacties bij goed aangepaste individuen. En in die lijn zijn er ook gevallen van slecht aangepaste individuen die geen slechte effecten hebben ondervonden van langdurig psychedelische drugs gebruik. In feite, het is gehypothetiseerd dat sommige schizofrene pati?nten geen antagonistische effecten ervaren omdat ze gewend zijn aan zulke accute veranderde staten van bewustzijn. Een andere mogelijkheid is dat sommige individuen "beschermd" wordne door mogelijke "down regulatie" van de receptoren voor LSD, door de overproductie van een endogene (lichaamseigen/van binnen ontstane) stof. Individuele voorspelling van antagonistische reacties is daarom erg moeilijk.
Ernstige "functionele" psychosis vs. "LSD psychosis":Een diagnostische onderwerp waar slechts in enkele artikelen expliciet over gesproken is, is dat van de door lsd aangewakkerde/versterkte ernstige functionele ziektes zoals schizofrenie. In andere woorden: veel van deze LSD-psychoses kunnen andere ziektes/aandoeningen zijn die door de stress van een traumatische psychedelische ervaring opgewekt worden. Sommige van dezelfde eerder genoemde methodologische onderwerpen be?nvloeden deze onderzoeken, maar gemiddeld zijn ze beter gecontroleerd met meer familie en eerdere psychiatrische geschiedenis beschikbaar voor vergelijking.
Hensala ea. vergeleken LSD-gebruikende en niet LSD-gebruikende psychiatrische pati?nten. Ze ontdekten dat de groep LSD-gebruikende pati?nten gemiddeld van een jongere leeftijd waren en meer characteristiek ontregelde individuen bevatte dan de niet LSD-gebruikende groep. Pati?nten met een specifieke diagnose met of zonder LSD-gebruik werden niet vergeleken. Gebaseerd op hun bevindingen kwamen ze tot de conclusie dat LSD in essentie gewoon nog een "drug of abuse" oftewel drug met grote potentie tot misbruik was in een populatie van vaak gehospitaliseerde individuen in de San Francisco omgeving, en dat het onaannemelijk was dat psychedelisch gebruik etiologisch is in de ontwikkeling van hun psychiatrische aandoeningen.
Roy, Breakey ea. en Vardy en Kay hebben geprobeerd LSD te linken aan de opkomst en ontwikkeling van een schizofrenie-achtig syndroom. Wat uitleg hierover is handig voordat de ontdekkingen besproken worden. De belangrijkste factor in dit onderzoek is de keuze om te vergelijken met schizofrenie en schizofrenie-achtige aandoeningen. Er is een implicatie hier dat LSD-psychoses vergelijkbaar zijn met schizofrenie-achtige aandoeningen en dat LSD de ontwikkeling van dergelijke aandoeningen teweeg kan brengen. De meervoud van symptomen en syndromen beschreven in de antagonistische reactie literatuur zou duidelijk moeten maken dat LSD een heel scala aan reacties teweeg kan brengen die een onbepaalde tijd aan kunnen houden, van minuten tot mogelijk jaren. De schrijver denkt wat onderzocht wordt de potenti?le rol van LSD in het versnellen of veroorzaken van de ontwikkeling van een ziekte die "voorgeprogrammeerd" was om uiteindelijk een keer te ontwikkelen in een specifiek individu. Op een manier die overeenkomt met de ernstige fysieke of emotionele stress die vaak een bonafide myocardiale infarct in een individu met vergevorderde coronary atheresclerosis. De stress veroorzaakte niet de hart ziekte, het was de stimulus die het onvermijdelijke proces versnelde en de ziekte eerder tot uiting liet komen.
De rest van de tekst volgt in het engels omdat het voor mensen die info zoeken over gebruiken etc wel interessant is maar niet gelijk noodzakelijk om te weten, en verder is het major boring shit om te vertalen:
In looking at the relevant studies, Breakey et al. found that schizophrenics who "used drugs" had an earlier onset of symptoms and hospitalization than non-drug-using schizophrenics, and had possibly better premorbid personal- ities than non-drug using patients (although Vardy and KAy have challenged this analysis of Breakey's data).
Bowers compared 12 first-admission patients with psychosis related to LSD use, requiring hospitalization and phenothiazines, to 26 patients hospital- ized and treated with phenothiazines with no history of drug use. Six of these controls had been previously hospitalized. Drug-induced psychotic patients were found to have better premorbib histories and prognostic indicators than the nondrug groups. There was no difference in rates of family history of psychiatric illness. However, several issues flaw this study. One is the poly-drug abusing nature of the "LSD-induced" psychotic patients, compared to the controls. The role of LSD, therefore, in causing or precipitating these symptomatic disorders, is open to dispute. The other is the lack of an adequate comparison control group, i.e. the controls were specified only as "psychotic," and did not necessarily match the LSD group in either symptoms or diagnostic classification. A follow-up study of the patients occured between 2 and 6 years later. One half did well and one half did poorly, although the lack of a control group for a follow-up in a similarly symptomatic control group makes interpretation of the data difficult.
Roy, in a somewhat different design, compared chronic schizophrenic patients (diagnosed according to DSM-III criteria) who had used LSD within the week preceding hospitalization, and found no difference in age of symptom onset or hospitalization compared to patients without a history of illicit drug use.
Vardy and Kay, in an elegant study with a 3- and 5- year follow-up period, demonstrated that patients hospitalized for a schizophrenic picture that developed within two weeks of LSD use (patients with other diagnoses were explicitly excluded form comparisons with non-drug-using schizophrenics) were "fundamentally similar to schizophrenics in geneology, phenomenology, and course of illness (165, p. 877). Pre- morbid adjustment, age of onset of symptoms and hospitalization, family history of psychosis or suicide, and most cognitive features were also equal between groups. Family histories of alcohol abuse were markedly great in the LSD group.
I believe these data, taken as a whole, limited as they are in terms of comparing subgroups (i.e. LSD-using vs. non-LSD-using) of "schizophrenia- like" disorders, point towar, at most, a possible precipitory role in the development of these disorders, in a non specific and not etiologically related manner.
4: Mythes:LSD vormt geen "kristallen" in je lichaam die later "losgelaten" worden en die dan vervolgens voor flashbacks zorgen. LSD is een kristalvormige vaste stof, maar dat iemand die geen chemist is ooit een zichtbare dosis vaste lsd heeft is onwaarschijnlijk. Het is makkelijk oplosbaar in water en kan daardoor geen ophopingen vormen in het lichaam. Verder wordt het gemetaboliseerd en uitgescheiden in enkele uren. De verhalen over losgeraakte kristallen in je lichaam zijn geen verklaring voor de flashbacks, de flashbacks zijn psychologische verschijnselen.
LSD veroorzaakt geen chromosomale schade.
Er zijn verscheidene onderzoeken geweest naar chromosomale schade veroorzaakt door LSD.
Allemaal kwamen ze tot de conclusie dat er geen chromosomale schade optreedt door gebruik van LSD en dat LSD dus geen teratogene of carcinogene stof is in mensen.
Uit een onderzoek gedaan door Sidney Cohen beschreven in Journal of Nervous and Mental Disease, 1960 bleek het volgende:
Uit een groep van 5000 mensen die samen 25000 keer LSD hadden gebruikt bleek op de 1000 gebruikers 1,8 psychotische episodes te zijn geweest, 1,2 pogingen tot zelfmoord en 0,4 geslaagde zelfmoorden, dit maakt LSD 1 van de veiligste drugs ter wereld. Cohen: De enorme psychische respons in ogenschouw nemend is LSD een verbazingwekkend veilige drug.
Hieronder volgen 2 hardnekkige mythes waarbij mensen zichzelf blind gemaakt hebben tijdens hun trip. Een bleek een verzinsel van iemand om de gevaren van LSD duidelijk te maken en de andere is een verhaal dat drugsvoorlichters vertellen op school.
1: In de zon staren: 7 mensen zijn 90% van hun leesvermogen kwijt geraakt door in de zon te staren.
2: oogballen uittrekken Een jongere die gearresteerd was tijdens een LSD trip heeft zn ogen uitgetrokken in zn cel zonder pijn te voelen. Dit is waarschijnlijk afgeleidt uit Fear and Loathing in Las Vegas waarin de hoofdpersoon Raoul Duke leest over een soortgelijk voorgeval met PCP.
Ookal zijn deze verhalen onzin, LSD heeft sterke uitwerkingen op de geest en de gebruiker moet zich bewust zijn van deze gevaren en juist handelen.
Er is in de VS het terugkerende verhaal van `een of ander politiebureau ergens` dat waarschuwd voor opplak tattoos bewerkt met LSD, dit komt waarschijnlijk bij een of andere domme politieagent of paniekerige ouder vandaan die een kinder cartoon (zoals mickey mouse in tovenaarskleding) op een blottervel.
5: Gevaren (LSD is niet voor idioten):De gevaren zijn puur psychologisch, LSD is lichamelijk ongevaarlijk. Het kan latente (al aanwezige onderliggende) psychoses "triggeren" (naar boven brengen/"activeren") of depressies verergeren wat kan leiden tot irrationeel gedrag. Er is ook het gevaar van dom of onvoorzichtig gedrag, bijvoorbeeld het verkeerd inschatten van afstanden of denken dat je kan vliegen (dit laatste is bijna altijd verbonden met onderliggende psychoses en komt zelden voor). Fysieke overdosis is geen gevaar, maar iemand kan makkelijk meer innemen als dat hij/zij psychologisch aankan.
Omdat de "LSD psychose" niet te onderscheiden is van een niet-door drugs-veroorzaakte psychose, is er redelijkerwijs bewijs dat concludeerd dat LSD niet de enige oorzaak van de psychoses is. Het lijkt er eerder op dat de drug de problemen omhoog gebracht heeft bij kwetsbare individuen. Interessant is dat ouderlijk alcoholisme/alcohol misbruik veel hoger was bij LSD pati?nten dan bij andere pati?nten, of in de algemene samenleving in een studie (Vardy and Kay, Arch-Gen-Psych, 1983 40(8): 877-83)
Letale (dodelijke) dosissen van LSD zijn enkele tienduizenden malen de normale/werkzame dosis, waardoor het (in toxische zin) een van de veiligste drugs is die bekend is bij de mensheid.
Zie de sectie over pharmacology voor een beschrijving van de lichamelijke bijwerkingen.
De LD50 (dosis waarbij 50% van de testdieren overlijdt) voor psilocybine (een van de hoofdbestanddelen van paddo's) is 275 mg/kg intra veneus geinjecteerd (i.v.) bij muizen. Uiteraard is er veel meer voor nodig om een mens te doden.
De onderzochte ld50 waarden voor LSD zijn 46, 16.5, 0.3 mg/kg I.V. bij muizen, ratten en konijnen. En wederom is het moeilijk om dit te vertalen naar exacte cijfers voor orale inname.
Merk hierbij op dat een gemiddelde menselijke dosis LSD 0,001 mg/kg bedraagt, dit is 1 microgram per kilo lichaamsgewicht.
Gebruik geen enkele drug wanneer je zwanger bent. Het is het beste om verstandig en voorzichtig te zijn.
6: Flashbacks:Gequoteerd zonder toestemming uit 'Licit and illicit drugs', geschreven door Edward M. Brecher en de redacteuren van Consumer Reports. ISBN: 0-316-15340-0
Een simpele verklaring van LSD flashbacks, en hun veranderde karakter na 1967, is beschikbaar. Volgens deze theorie, lijdt (is eigenlijk geen goed woord omdat het per definitie iets negatiefs inhoudt) iedereen aan flashbacks met EN zonder LSD. Elke emotioneel ervaring zoals het overlijden van een dierbare, ontdekken dat je verliefd bent, een auto ongeluk of een ontsnapping daaraan ternauwernood kunnen eropvolgend en onverwachts helder en intens terugkomen in je bewustzijn weken of maanden later. Omdat een LSD trip vaak een emotioneel zware ervaring is, is het nauwelijks verrassend dat die trip in een flashback terug komt.
"Post-traumatische stress syndroom is algemeen geassocieerd met oorlogsveteranen, maar het be?nvloed ook slachtoffers van rampen en geweld... Experts schatten dat 1% van de samenleving lijdt aan dit syndroom.
---LA Times, Feb 19 1992, p A3, "Journey for better life hell for some women".
Kan het roken van marijuana flashbacks veroorzaken?
Heb je een grotere kans op flashbacks na een "bad trip"?Schijnbaar ja en ja. Het volgende is neergezet zonder toestemming van Lester Grinspoon en James B. Bakalar, "psychedelic Drugs Reconsidered", Basic Books Inc. New York, 1979. pp. 159-163.
Studies van flashbacks zijn moeilijk om te evalueren omdat de term "flashback" zo losjes en variabel gebruikt is en wordt. In de breedste zin van het woord betekent het een voorbijgaande herhaling van emoties en percepties origineel ervaren onder de invloed van een psychedelische drug. Het kan enkele seconden tot uren duren, het kan elk van de ontelbare aspecten van een trip nadoen. Het kan aangenaam, interessant, irritant of beangstigend zijn. De meeste flashbacks zijn episodes van visuele vervorming, tijd vervorming, fysieke symptomen, verlies van ego grenzen, of herleefde intense emotie die een paar seconden tot een paar minuten kan duren. Meestal zijn ze maar lichtelijk verontrustend, vooral omdat de drugsgebruikers ze herkennen, en kunnen ze afgedaan worden als: "gratis trips". Soms duren ze langer, en in en klein aantal gevallen veranderen ze in herhaaldelijke beangstigende beelden of gedachten. Na verloop van tijd verminderen ze snel in aantal en intensiteit, en komen meestal een paar maanden na de trip niet meer voor.
Een typische kleinere en aangename flashback is het volgende:
Herhaaldelijk is er naderhand een tijdelijke "opening" waarbij een klein gebiedje waar iemand toevallig naar kijkt, en zonder er bij na te denken, ineens de intense helderheid, compositie en betekenis aanneemt van dingen gezien in een psychedelische toestand. Deze "scene" is bijna altijd een klein gezichtsveld zoals een stuk gras, bosje takken, een stuk krant op de grond of zoals in mijn geval vaak, een bladzijde in een boek dat ik aan het lezen ben.
(Cohen 1970[1965], pp 114-115)
Hier zijn 2 meer zorgwekkende voorbeelden:
Voor ongeveer een week kon ik niet de lobby van de A-ingang van ons studentenhuis inlopen zonder echt bang te worden, dit alles door de goblin die ik daar gezien heb toen ik aan het trippen was.
( Pope 1971, p 93)
Een man achterin de 20 kwam naar de inschrijfbalie in paniek. Ondanks dat hij de voorgaande 2 maanden geen drugs had gebruikt herleefde hij sommige illusie fenomenen, perceptie veranderingen en een gevoel van 1 zijn met dingen om hem heen dat hij alleen had gevoeld onder invloed van LSD. Daar op volgend had zijn vrouw hem verteld dat hij "raar begon te praten" en hij was bang geworden. Hij was bang dat de LSD een permanent effect op hem zou hebben. Hij wilde bevestiging zodat hij het nog een keer zou kunnen gebruiken. Zijn symptomen zijn verdwenen maar hebben de neiging terug te keren in angst-oproepende situaties.
(Frosch et al. 1965, p 1237)
Flashbacks komen meestal voor in situaties van veel emotionele stress of op momenten waarbij het alter ego werkzaam is, ze worden vaak opgewekt door uitputting/vermoeidheid, dronkenheid, marijuana intoxicatie en zelfs meditatieve staat van bewustzijn. In slaap vallen is een van die tijden van bewustzijns verandering en verminderde ego controle, een verhoging van de hypnagogische verbeelding normaal bij het randje van wel niet slapen volgt vaak psychedelisch drugsgebruik en kan gezien worden als een vorm van flashback. Dromen kunnen ook de intensiteit en perceptuele eigenaardigheden van drug trips, deze plotselinge herleving van een psychedelische ervaring tijdens slapen (vaak zeer aangenaam) wordt ook wel de high dream genoemd. (Tart 1972) Marijuana roken is waarschijnlijk de meest voorkomende bron van flashbacks. Veel mensen worden gevoeliger voor de psychedelische kwaliteiten en eigenschappen van marijuana na het gebruik van sterkere drugs, en sommigen hebben alleen flashbacks na/tijdens marijuana gebruik. (Weil 1970) In 1 studie bleek dat de frequentie van het marijuana gebruik de enige drugs gerelateerde factor die was verbonden aan een aantal psychedelische flashbacks. (Stanton et al. 1976)
Hoe algemeen en voorkomend flashbacks zijn hangt af van hoe ze worden gedefinieerd. Met de brede definitie die we gebruikt hebben, komen ze erg vaak voor, waarschijnlijk heeft een kwart of zelfs meer van de psychedelische drugs gebruikers ze ervaren. Een vragenlijst enquete onder 2256 soldaten (Stanten and Bardoni 1972), waarbij de definitie van een flashback overgelaten werd aan de deelnemers, bleek 23% van de gebruikers van LSD flashbacks te hebben. In een onderzoek uit 1972 onder 235 LSD gebruikers vonden Murray P. Naditch en Sheridan Fenwick dat 28% flashbacks had. 11% van die groep met flashbacks noemde ze beangstigend, 32% noemde ze enigszins beangstigend, 36% vond ze aangenaam en 21% vond ze heel aangenaam. 64% gaf aan dat hun leven niet be?nvloedt werd door de flashbacks. 16% (4% van de totale groep) zocht psychiatrische hulp. In een studie onder 247 deelnemers die LSD hadden gebruikt tijdens psychotherapie bleken 36 flashbacks voor te komen, waarvan er maar 1 beangstigend/problematisch bleek te zijn. (McGlothlin en Arnold 1971) McGlothlin definieerd flashbacks nauwkeurig voor klinische doeleinden als "herhaaldelijke inbreuken van beangstigende beelden ondanks wilskrachtige pogingen ze te vermijden. (McGlothlin 1974b, p 291) McGlothlin schat dat 5% van de herhaaldelijk gebruikende psychedelische gebruikers deze flashbacks ervaren heeft.
Er zijn een paar studies met de vraag wie het meer vatbaar is. In 1974, R.E. Matefy en R. Krall vergeleken psychedelische drug gebruikers die flashbacks hadden gehad en gebruikers die geen flashbacks hadden gehad en vonden geen belangrijke verschillen in hun biografie of met persoonlijkheidstesten.
De belangrijkste oorzaken van flashbacks waren (/zijn) stress en bezorgheid.
Ongeveer 35 procent van de onderzochten vonden het meer of min aangenaam, en dezelfde hoeveelheid denkt dat ze het kunnen controleren. De meeste accepteren het als een onontkoombaar gedeelte van hun leven als leden van het psychedelische broederschap en wou geen hulp van psychiatrie (Mafety en Krall 1974).
Naditch en Fenwick vonden dat het aantal flashbacks, zowel plezierig als niet, was sterk verbondne met het nummer en de intensiteit van bad trips en het gebruik van psychedelische drugs als zelf voorgeschreven psycho-therapy.
Degene die van flashbacks genoten en degene die bang ervoor warenverschilden niet veel in de resultaten van een ego test.
Een zaak in een abnormale sfeer in de late 60-er jaren laat zien dat "set and setting" flashback problemen kan veroorzaken. PQ was een 36 jaar oude single man die in therapie was voor zijn depressie en angst. Hij was een zware drinker die passief en slonzig was, en hij spendeerde grootte tijd in bed.
A case seen in an outpatient setting in the late sixties illustrates the kind of set and setting that may create flashback problems. PQ was a thirty-six-year-old single man who entered therapy because of depression and anxiety. He was a heavy drinker who was passive, slovenly, and spent most of his time in bed. Just before taking to alcohol and his bed he had failed in an attempt to parlay a gift from his wealthy father into a fortune on the stock market. Despite a remarkable incapacity for insight, during a year in psychotherapy he managed to give up alcohol and start a promising business. But his anxiety continued, and in order to allay it he had to keep himself very busy wheeling and dealing. Imitating his father, a successful self-made man who had married a woman twenty years younger than himself, PQ dated only women under the age of nineteen. Being attractive to young women was so imporant to him that much of his time was spent in the company of teenagers. During business hours he would wear a conservative three-piece suit and drive a new sedan, but when he was with his young friends he would wear a leather jacket and drive a motorcycle. Anxiety and fears of inadequacy dominated both of these lives. Several months after therapy began, during a weekend in a small resort town, his young friends decided to take LSD, and he felt obliged to dissemble his fears and join them; it was his first and only trip. He felt a panic he had never known before; he thought that he was losing his mind and going "out of control." His friends were so concerned that they took him to a small hospital, where he was given chlorpromazine and after six hours released in their care. The next day he had a flashback that lasted one or two hours and was almost as frightening as the original experience. Flashbacks continued for six months, their frequency, duration, and severity eventually diminishing to the point where it was difficult for him to determine whether they were related to the LSD trip or merely an intensification of his usual anxiety. In fact, the patient described the flashbacks as being like very much enhanced anxiety episodes. Even several years after this experience, when he became very anxious, he was reminded of the trip and these flashbacks. He denied that these experiences had any perceptual or cognitive aspect; both during the LSD trip and later, the only symptom was panic. There is no question that the nature of his trip was influenced by the unfortunate set and setting. It is a matter of speculation what part his underlying chronic anxiety played in the development and form of the flashback phenomena.
Verschillende verklaringen voor flashbacks zijn voorgesteld. Een daarvan is dat de drug de drempel voor "imagery", visualisatie en fantasie verlaagt heeft waardoor ze minder onderhevig zijn aan vrijwillige controle. In een andere verklaring van deze hypothese worden flashbacks veroorzaakt door een verhoogde aandacht voor bepaalde aspecten van onmiddelijke sensorische ervaringen die gestimuleerd worden door psychedelische middelen en versterkt door een gemeenschap van gebruikers. Iets anders lijkt nodig voor het verklaren van herhaalde herlevingen van angstige momenten uit eerdere trips, en deze worden verklaard als zijnde vergelijkbaar met traumatische neuroses veroorzaakt door angst. Verontrustend onderbewust materiaal is boven komen drijven door de trip en kan niet verwerkt noch onderdrukt worden. Een voorbeeld: D.F. Saidel en R. Babineau (1976) hebben verslag gedaan van terugkerende flashbacks, 3 jaar van vervagende beelden en audiovisuele verstoringen, die gepaard gingen met angst en verwarring, wat door hen werd beschouwd als een neurose gefundeerd op de patient zijn problemen met carriere en de relatie met zijn moeder. (zie ook Horowitz, 1969; Shick en Smith 1970; Heaton 1975.) Een andere verklaring behandeld de flashback als een voorbeeld van herleving geassocieerd met een bepaald niveau van opgewondenheid. (Fischer 1971). Met deze conceptie wordt de herinnering van een ervaring het beste teruggehaald wanneer de hoeveelheid en snelheid van mentale data-verwerking hetzelfde is als tijdens de originele ervaring. In andere woorden: wanneer de staat van bewustzijn hetzelfde is. Daardoor zouden psychedelische ervaringen het best herinnerd en herleeft worden wanneer het ego`s sorteren en controleren van sensorusche informatie verstoord is door bijvoorbeeld drugs, stress of de staat van bewustzijn die half-slaap heet.
Voor een verscheidenheid aan flashback studies, zie Stanton et al. 1976
7: Insomnia:Insomnia is heel normaal na een trip. Een milde over-the-counter slaapmiddel of bijvoorbeeld een benzodiazepine kunnen helpen. Antihistamines zoals milde slaapmiddelen geven geen antagonistisch interacties. Sommige mensen vinden het fijn om een kleine hoeveelheid alcoholische drank te drinken om in slaap te komen. Uiteraard blijven de waarschuwingen voor slaapmiddelen in combinatie met alcohol hier gelden, lees altijd de bijsluiter.